In de zaterdageditie van het Haarlems Dagblad schrijft Paul Leive een wekelijkse column over zijn kijk op Haarlem en zijn bewoners. Paul komt zelf uit Den Haag en 'kijkt met nieuwe ogen naar het beschaafde Haarlem' zoals het in de aanhef staat omschreven. Ik ben zelf, als het om Haarlem gaat, zeer subjectief. Haarlem is mijn stad en ik ben er zeer trots op. Ik heb altijd gezegd dat ik alleen op een plek wil wonen waar ik met de fiets op de Grote Markt kan komen. Ik lees de stukjes van Paul altijd met veel plezier. Dit weekend pakte ook De Telegraaf uit met een mooi verhaal over Haarlem. Maar hoe zit het met die trots van Haarlemmers?
Paul haalt een uitspraak van Auke Kok in het NRC aan over de teloorgang van HFC Haarlem: "Haarlemmers zijn nooit chauvinistisch, niet volks en niet elitair. Ze wonen tussen Amsterdam en de kust en dat vinden zij wel best. Dat gebrek aan kleur, aan de eigenwaan zal HFC Haarlem de kop hebben gekost". Ik geloof dat ook wel. Maar ik vind dat geen slechte kwalificatie, in tegendeel. Het is natuurlijk voor de trouwe supporters van HFC Haarlem een trieste gebeurtenis, maar breed onder de Haarlemse bevolking was er geen steun voor de club. Ook niet toen de club hoog in de eredivisie mee deed. Gelukkig zijn de Haarlemmers dan nuchter en hebben de sentimenten niet de overhand.
Maar zijn Haarlemmers niet trots en niet kleurrijk? Dat geloof ik niet. Misschien wordt het niet vaak genoeg geuit in tegenstelling tot onze grote buur Amsterdam. Maar ik weet zeker dat de echte Haarlemmer trots is op zijn stad en zijn omgeving. Er zijn maar weinig mensen met een dergelijk mooie woonomgeving als de Haarlemmers. Duin, zee en strand op een half uur fietsen. Winkels, horeca en kroegen op loopafstand. En als je dan toch zo graag naar een grote stad wil dan zijn de vier grootste steden van Nederland allemaal binnen een uur te bereiken met de trein.
Maar misschien moeten wij Haarlemmers wel een beetje meer trots uitstralen. Als deze trots overslaat dan komen er meer bedrijven zich vestigen, komen er meer congressen naar de stad en worden wij meer bezocht door toeristen. Dit zal zeker een positief effect hebben op de Haarlemse economie. Want als ik toch een negatief punt moet opnoemen dan hebben Haarlemmers wel een mentaliteit van 'het zal wel goed komen en zo niet, jammer dan'. Met deze instelling hebben wij vele sportevenementen verloren. En als dat zo doorgaat raken wij zo ook Haarlem Jazzstad en Bevrijdingspop kwijt. Beide grote evenementen staan onder druk van de crisis. En waar je in andere steden ziet dat er altijd wel één of meerdere bedrijven zich verantwoordelijk voelen om deze evenementen te behouden, zie ik dat in Haarlem vooralsnog niet gebeuren.
Maar ik kijk alweer uit naar de bezoeken aan de Haarlemse terrassen in de voorjaarzon. En als ik dan met mijn wijntje in mijn handen om mij heen kijk kan ik die trots niet verbergen.
Proost!